Het mysterie van de morele wil
13-02-2015 Artikel van Holger NiederhausenVier dagen in het Berner-Oberland – de geboortestreek van de ‘Gottesfreund’… Vier intensieve dagen met Mieke Mosmuller met als thema ‘Christus en het denken': de metamorfose van de ziel tot 'Sofia-Wezen’ en de vier deugden als inhoud.
Een meerdaags seminar met Mieke Mosmuller, zoals het nu sinds twee jaar mogelijk is, is een diepe belevenis. De diepgang van haar weekendseminars verdubbelt zich hier niet alleen, ze verveelvoudigt zich. In onvermoed verhoogde mate word je binnengevoerd in het rijk van de reële innerlijke ontwikkeling in de zin van de anthroposofische weg: van een spiritualisering van het denken…
De vier klassieke deugden, Plato, Aristoteles – eeuwen, die slechts dood verleden schijnen te zijn, komen tot leven. Het denken zelf, dat de brug moet slaan, dat zich inleeft in het zo andersoortige denken van deze beide grote individualiteiten, dat zich inleeft in het wezen van de deugden, wordt beweeglijk, wordt levend – en begint te beleven, wat het diepe gehalte van deze deugden is. Zij zijn niet alleen hoogst actueel, nee, de ziel kan zonder hen geen enkele wezenlijke ontwikkeling bereiken.
Diep indrukwekkend laat Mieke Mosmuller in de loop van deze vier dagen de betekenis zien van de wijsheid, de moed, de bezonnenheid, de gerechtigheid. Beleefbaar wordt dan ook hun omzetting in de waarachtigheid, de liefde, de juiste maat - de kiemkracht van een tijdperk van broederschap, van Philadelphia.
Wanneer je ernstig neemt, wat Aristoteles al van het hoogste Wezen zei, van God, die de volkomen wijsheid in voortdurende actualiteit is; wanneer je dan vervolgt, hoe Thomas van Aquino in zijn uitleg van de Proloog van Johannes dit verder voert – en wanneer je dan voor Rudolf Steiners anthroposofie staat, voor zijn schildering van een lichaamsvrij, actueel zichzelf aanschouwend denken en een uiteindelijk opnemen van de geestelijke wereld, dan is het geen theorie meer, dat de kosmische wijsheid menselijk worden wil, worden kan.
De versterking van het zintuigvrije denken, waardoor uiteindelijk de denker, wanneer hij deze zintuigvrije inhoud ook nog loslaat en geheel in de zuivere denk-wil-ontplooiing en –ervaring leeft, zichzelf waarachtig bewust wordt, is het uitgangs- en doorgangspunt voor de weg die binnenvoert in de geestelijke wereld. In dit werkelijke één-worden van de denker met zijn denken ligt tegelijk de oer-ervaring van de waarachtigheid. Hier in dit ene punt, is iedere afstand tussen het ik en zijn denken volledig overwonnen. Tot het weven in reine willende denkactiviteit is alle tegenmachten de toegang ontzegd. En van hieruit kan de ziel haar weg van het beleven van de deugden voortzetten.
Zeer duidelijk wordt, dat de ziel de deugden slechts tot realiteit kan maken, wanneer zij ze doet. En dat zij wederom slechts in dit doen zichzelf zo bereid maakt, dat zij in overeenstemming met het Christuswezen komt. De morele loutering is een mysteriehandeling van de ziel in zichzelf…
Deze weg is tegelijk een Parcival-weg. Hij begint met een vraag – de vraag naar het denken. In het gewone denken leeft Amfortas met zijn verwonding. Het gewone denken is luciferisch en heeft een ahrimanische onderzijde – en beide zijn in de huidige tijd ongelooflijk sterk geworden. Het wilskrachtig geoefende en gelouterde denken daarentegen kan steeds meer tot een rein, levend begrippenorganisme worden; de ziel komt in verbinding met de wijsheid, met Sofia.
Wanneer het denken door de wil levend wordt, kan tenslotte omgekeerd ook de ‘willende wil’ zelf ziende worden. Dit diepe geheim van de morele wil, die één is met het hogere wezen en ook met de lotsimpulsen van de mens en waarin uiteindelijk de gehele geestelijke wereld te vinden is, kon aan het einde van het seminar aangeroerd en teer vermoed worden.
Het werd echter zeer duidelijk, dat deze weg door een abstracte kennistheorie – ook schijnbaar ‘anthroposofische’ – nooit kan worden gegaan; dat deze waarachtig anthroposofische ontwikkelingsweg slechts mogelijk is, wanneer de ziel zich ten diepste bewust wordt, dat deze weg vanaf het begin een morele is. Dat de deugden dus als het ware de poort zijn, waardoor de mens ‘de weg baant’ voor de wijsheid en tenslotte voor de omvattende geestelijke wereld. De geestelijke wereld wordt niet om je heen zichtbaar- zij doordringt je, zij doorweeft je. De mens schouwt de geestelijke wereld, terwijl hij zelf geschouwd wordt, gedacht, gevoeld, gewild wordt. Dit is een ‘voorproef van de dood’. De mens offert uiteindelijk de eigen-wil van de ziel, hij wordt waarachtig één met zijn eigenlijke, hogere wilswezen, dat innig verbonden is met de goddelijke wereld zelf. En de mens vermag dit alles door Christus en in de verbinding met Christus.
Gemeenschappelijke eurythmie van de zes betekenisvolle ‘posities’ van Agrippa von Nettesheim ( ‘Ich denke die Rede’) en het vierstemmig oefenen van Mozarts ‘Ave verum corpus’ waren geheel in overeenstemming met de diepgang van de overige seminar-inhouden. Net zoals alle andere seminars van Mieke Mosmuller, kon ook dit Hemelvaartseminar 2014 in de praktijk van de anthroposofische ontwikkelingsweg van het Avondland binnenvoeren - zo intensief en indrukwekkend, als het alleen maar in de loop van meerdere dagen mogelijk is.
Afsluitend moet nog een keer gezegd worden, dat ook de ontmoeting van de deelnemers onderling een absoluut bijzonder karakter had. Net zoals de inhoud, zo is ook de atmosfeer van een dergelijk seminar niet vergelijkbaar met welk ander mij bekend seminar dan ook…
‘Christus en het denken. De metamorfose van de ziel tot het SofiaWezen’. Waar elders zijn daarover seminars, die er ook maar tot op zekere hoogte aanspraak op zouden kunnen maken, volkomen vrij van iedere abstractie en loze gedachten, of ook slechts opgelegde, ‘gemaakte’ esoterie te zijn? De realiteit waarin Mieke Mosmuller seminars vormgeeft, is in onze tijd oneindig noodzakelijk, want alleen dit beantwoordt aan het diepe verlangen van de geest-zoekende ziel en de nood van ons gehele tijdperk.
Vertaling Lieke van der Ree